Een huiveringwekkend bezoek aan Tuol Sleng

Voor de tweede keer op rij waag ik het een entry te plaatsen die niet direct gerelateerd is aan mijn vrijwilligerswerk: wat een lef! Maar evenzeer raakt het onderwerp van deze post een belangrijk aspect, en in zekere zin zelfs een van de oorzaken dat Cambodja überhaupt zo’n grote behoefte heeft aan buitenlandse hulporganisaties (en daarmee ook vrijwilligers).
En geen zorgen: mijn doldrieste avonturen bij Seametrey zullen nog uitgebreid aan bod komen. En misschien wel zoveel dat het jullie de neus uitkomt!

Maar goed, first things first. Om het Cambodja van vandaag enigszins te kunnen begrijpen en doorgronden is het namelijk een must om je te verdiepen in de geschiedenis van het land. Want wat zich hier in de jaren ’70, en met name tijdens het bewind van de Khmer Rouge tussen 1975 en 1978 heeft afgespeeld heeft zulke diepe sporen achtergelaten en zoveel schade aangericht dat het land tot op de dag van vandaag bezig is om hiervan te herstellen. Voor geïnteresserden ben ik daarom een korte geschiedenis (is nog werk in uitvoering!) aan het schrijven met wat meer achtergrondinformatie over het turbulente verleden van Cambodja sinds de onafhankelijkheid (komt mijn studie geschiedenis tenminste nog eens van pas… :P)

Met het doel zelf wat meer over die achtergrond te weten te komen heb ik met twee medevrijwilligers een bezoek gebracht aan het Tuol Sleng Genocide Museum in Phnom Penh, een huiveringwekkend monument voor de naar schatting 1,7 miljoen slachtoffers van de onvoorstelbare wreedheden die zijn begaan tijdens het regime van de Khmer Rouge. Dit bericht gaat primair over mijn eigen bezoek aan Tuol Sleng, maar voor diegenen die wat meer achtergrondinformatie over deze hel op aarde willen heb ik deze pagina opgezet (is nog werk in uitvoering, maar wel een waarschuwing vooraf: de inhoud is geen prettige kost!)

Een van de voormalige schoolgebouwen op het complex van Tuol Sleng

Een van de voormalige schoolgebouwen op het complex van Tuol Sleng

Alhoewel ik anderhalf jaar geleden ook al een bezoek heb gebracht aan S-21 (zoals het complex ook wel wordt genoemd), en om die reden wel wist wat me te wachten stond, was het deze keer niet minder huiveringwekkend. De eerste indruk is bedriegelijk: het complex, dat bestaat uit een viertal min of meer identieke gebouwen gelegen in een U-vorm, is gelegen in een rustige straat met woonhuizen, winkels en eettentjes, en is rijkelijk voorzien bloemenperkjes, grasveldjes en palmbomen. Vogels vliegen er rond en op de achtergrond hoor je de constante, bijna geruststellende kakafonie van geluiden die zo typisch zijn voor een drukke Zuidoostaziatische stad. Het doet bijna sereen aan, ware het niet dat meervoudige rijen prikkeldraad het complex omheinen: een eerste aanwijzing dat dit niet zo maar een willekeurig plek in de stad is.

Na het betalen van de 2 dollar entree begin ik in Gebouw C (zie de foto rechts), het cellencomplex. Wat meteen opvalt is het prikkeldraad dat voor de gallerijen is gehangen: dit was opgehangen om te voorkomen dat wanhopige gevangenen zelfmoord pleegden door zich naar beneden te storten. De Khmer Rouge gaf niets om het lot van hun gevangenen, die in feite al zo goed als dood waren, maar totdat alle benodigde informatie was verkregen moesten ze wel in leven blijven (hoe cynisch wil je het hebben?)

Bakstenen isoleercellen in Gebouw B

Bakstenen isoleercellen in Gebouw C

Gebouw C diende in betere tijden als lesgebouw voor het Technische Lyceum van Phnom Penh, maar om in de nieuwe functie zo veel mogelijk gevangenen te kunnen huisvesten werden de leslokalen volgebouwd met kleine cellen: op de begane grond cellen van baksteen, op de eerste verdieping cellen van hout, en op de tweede verdieping grotere ruimtes voor gemeenschappelijke cellen. In deze claustrofobische omgeving, met cellen van nauwelijks twee vierkante meter, wachtten de gevangenen vastgeketend aan de muur of grond hun onzekere lot af. Het is niet voor te stellen hoe angstaanjagend het moet zijn geweest om in één van deze cellen te hebben gezeten, compleet van de buitenwereld afgesloten maar volledig bewust van datgene wat hen te wachten stond. Zelfs nu, terwijl toeristen in stilte rondkijken en zonlicht via de ramen binnenkomt, is een rondgang langs de cellen een buitengewoon onaangename ervaring. Een cel binnenstappen is zelfs ronduit beangstigend: om de een of andere reden heb je zelfs dertig jaar na dato nog het gevoel dat de deur zomaar achter je kan dichtslaan, wellicht voorgoed…..

Een van de schilderijen van Vann Nath

Een van de schilderijen van Vann Nath in Gebouw D (bron: http://metalonmetalblog.blogspot.com/2010/10/vann-nath-his-paintings-of-pol-pots.html)

Waar Gebouw C toont hoe de gevangenen opgesloten zaten, is in gebouw D te zien hoe de dagelijkse praktijk in S-21 eruit zag. Aan de wanden van de diverse ruimten hangen schilderijen van de inmiddels beroemde schilder Vann Nath, één van slechts 7 gevangenen die hun verblijf in S-21 hebben kunnen navertellen. Door zijn schildertalent was hij bruikbaar voor de Khmer Rouge, en dat heeft hem in leven gehouden: hij kreeg namelijk de opdracht portretten van Pol Pot te schilderen. Nadat de Vietnamezen de Khmer Rouge hadden verdreven gaven zij hem opdracht om datgene wat hij had gezien en meegemaakt op doek te zetten. Het resultaat zijn bijzonder expliciete representaties van de gruweldaden die zich zowel in S-21 als de Killing Fields van Choeung Ek hebben afgespeeld: vreselijke scenes van marteling, moord en doodslag.

Behalve de schilderijen vind je in Gebouw D ook de martelwerktuigen die zijn gebruikt op de gevangenen, varierend van stokken, zwepen en hakwapens tot ingewikkelde installaties die gebruikt werden om gevangenen te ‘waterboarden’ (het simuleren van de verdrinkingsdood). De gedachte dat je kijkt naar dezelfde instrumenten waarmee ruim dertig jaar geleden vele duizenden gevangenen de meest afschuwelijke dingen is aangedaan doet je de nekharen recht overeind staan: het is dat je het met eigen ogen aanschouwt, want het is eigenlijk nauwelijks te begrijpen. Daar waar de claustrofobisch kleine, donkere cellen van Gebouw C vooral een schok voor de zintuigen zijn, is datgene dat je in Gebouw D ziet meer een frontale aanval op het verstand: het is simpelweg niet te bevatten waartoe de mensheid in staat is mits ze maar diep genoeg overtuigd zijn van een bepaalde ideologie en hun eigen gelijk. Maar het ergste is misschien wel de gedachte dat we ondanks alles elkaar vandaag de dag nog steeds de meest vreselijke dingen aandoen: de mensheid kan (en wil!) blijkbaar simpelweg niet lering trekken uit de eindeloze reeks afschuwelijke fouten die we in het verleden hebben gemaakt.

Eén van de cellen in Gebouw A

Eén van de cellen in Gebouw A, gereserveerd voor hooggeplaatste Khmer Rouge-leden

Alhoewel je na de eerste twee gebouwen eigenlijk wel voldoende bent murw geslagen door alles wat je hebt gezien, gelezen en ervaren, ben je op dat moment nog maar halverwege de rondleiding door S-21. Gebouw A bestaat uit grote cellen waarin hooggeplaatste Khmer Rouge-leden gevangen werden gehouden en gemarteld. Opgedroogde bloedvlekken op de grond zijn ook vandaag de dag nog stille getuigen van deze gruweldaden. Na de inname van het complex door de Vietnamezen in 1979 werd in elk van deze cellen een zwaar gehavend lichaam aangetroffen: de laatste 14 slachtoffers die het Khmer Rouge-regime heeft geclaimd in S-21. De lichamen zijn begraven voor het gebouw, en de gruwelijke foto’s die na de bevrijding van het complex zijn gemaakt hangen tegenwoordig in de cellen als een blijvende herinnering.

Maar hoe afschuwelijk alles dat te zien is Gebouwen A, C en D ook moge zijn, de meeste indruk heeft, in ieder geval op mij, de expositie in Gebouw B gemaakt. De Khmer Rouge was erg nauwgezet in zijn administratie, en van alle gevangenen die in S-21 terechtkwamen werd een uitgebreide biografie geschreven en pasfoto’s gemaakt. Het zijn deze pasfoto’s die in Gebouw B staan opgesteld, en dat hakt erin! Tot dusver was het allemaal vrij anoniem: de cellen, de martelwerktuigen, je weet dat ze echt zijn gebruikt, maar wanneer je oog in oog staat met een deel van de in totaal zo’n 17.000 slachtoffers van S-21, dan krijgen de slachtoffers ineens een gezicht. Gezichten zoals je ze ziet wanneer je door Phnom Penh loopt: man en vrouw, jong en oud, arm en welvarend – de pasfoto’s van S-21 vormen in feite een grafische dwarsdoorsnede van de Cambodjaanse samenleving die vandaag de dag nog evenzozeer representatief is als ruim 30 jaar geleden toen de foto’s werden genomen.

Foto's van slachtoffers van S-21

De eindeloze rijen pasfoto’s zijn misschien wel het meest krachtige symbool van S-21: duizenden gezichten van geesten die je aanstaren vanuit het verleden, sommigen angstig, sommigen waardig, en weer anderen berustend in hun lot. Duizenden individuen, duizenden achtergronden en duizenden verhalen, maar met één overeenkomst: binnen een aantal weken na het nemen van de foto lagen ze allemaal in een anoniem massagraf op de Killing Fields van Choeung Ek, ontdaan van hun menselijkheid en waardigheid, hun lot delend met de naar schatting 1,7 miljoen landgenoten die tijdens het regime van de Khmer Rouge om het leven zijn gekomen.

Een paar van de duizenden 'geesten' van Tuol Sleng in close-up

Een paar van de duizenden geesten van Tuol Sleng in close-up

Nadat ik de dood bijna letterlijk in de ogen heb kunnen staren is het bezoek aan het genocidemuseum van Tuol Sleng ten einde. Ik en de twee collega’s met wie ik op pad was gegaan nemen een tuk-tuk naar huis, zwijgend en in gedachten verzonken. Voor hen was het de eerste keer dat ze een bezoek brachten aan S-21, voor mij de tweede keer, maar ik ben ervan overtuigd dat hoe vaak je ook gaat, de ervaring elke keer even intens en schokkend zal zijn, en dat je elke keer na afloop met exact dezelfde vragen in je hoofd door de poorten het complex verlaat. Hoe kan het toch zijn dat mensen zich zo kunnen verliezen in een bepaalde ideologie dat ze elk besef van menselijkheid en mededogen kwijtraken? Het is al meerdere keren gebeurd in de geschiedenis, maar ik ben bang dat we er niet genoeg van hebben geleerd: de S-21’s van de toekomst zijn wellicht al in de maak zonder dat iemand er erg in heeft. Een ontnuchterende gedachte…

Een Reactie op “Een huiveringwekkend bezoek aan Tuol Sleng

  1. Pingback: On the road again |·

Plaats een reactie